Vlaggen voor de vrijheid

Op 4 en 5 mei tijdens dodenherdenking en Bevrijdingsdag vlaggen we uit respect. Om onze vrijheid te vieren en om de overledenen tijdens de strijd voor vrijheid evenals andere militaire missies te herdenken.

Als je gaat vlaggen, dan kun je het beste de officiële vlaginstructie (het vlagprotocol) volgen. Deze geeft regels voor het hijsen en het neerhalen, de positie, tijdstip, en het gebruik van eventueel een wimpel. De Nederlandse vlag mag bijvoorbeeld nooit de grond raken of het verkeer hinderen. Let er dus op dat de vlaggenstok de juiste lengte heeft u kunt ons natuurlijk altijd om advies vragen. De vlaginstructie schrijft voor dat je enkel de vlag mag hijsen en neerhalen tussen zonsopkomst en ondergang, op 5 mei a.s. is dat tussen 06:02 en 21:13. Ook mag de vlag niet in het donker hangen, tenzij de kleuren duidelijk te zien zijn bijvoorbeeld doordat de vlag goed verlicht is.

Vlag halfstok bij dodenherdenking

Zoals we allen weten hangen we de vlag halfstok ten teken van rouw. Volgens het vlagetiquette hoor je de vlag langzaam en waardig eerst helemaal tot boven in de mast te hijsen, waarna je hem rustig laat zakken tot halverwege. Voor veel mensen met een vlaggenstok aan de gevel is dat natuurlijk niet mogelijk. Tijdens het neerhalen van de vlag vindt het ritueel in omgekeerde richting plaats. De vlag wordt eerst langzaam naar de top van de mast gehesen en daarna rustig en statig binnengehaald. Let op dat de vlag niet de grond raakt, en dat hij voor zonsondergang binnen is.

Op 4 mei mag de vlag pas om 18:00 uur halfstok gehesen worden.
Er wordt natuurlijk niet op de klok gekeken, maar doe dit niet voor het einde van de middag.

Richtlijnen

Tot slot een aantal richtlijnen met betrekking tot het uithangen van de Nederlandse vlag:

• Er is geen richtlijn voor de afmeting van de vlag, behalve dat de lengte zich verhoudt tot de breedte als 3:2.
• De vlag mag in gehesen situatie nooit de grond raken. De vlaggenstok moet dus een goede lengte hebben.
• In principe mag de onderste punt niet aan de mast worden bevestigd; de vlag dient te wapperen. In het geval dat de vlag anders de grond raakt, mag hier een uitzondering op gemaakt worden.
• De vlag mag niet tussen zonsondergang en zonsopgang worden gehesen of blijven hangen. Een uitzondering daarop is wanneer de vlag dusdanig verlicht is dat de kleuren goed te zien zijn.
• Op 4 mei wordt ‘uitgebreid’ gevlagd, dat betekent dat de vlag op alle rijksgebouwen uithangt.
• Alleen de Nederlandse vlag wordt halfstok gehangen, overige vlaggen niet.