Vlag Argentinië

(Republiek Argentinië)
Toen op 25 mei 1810 in Buenos Aires het bericht arriveerde dat Napoleon Spanje had bezet, was dat het teken om zelf in opstand te komen: tegen de Spanjaarden. Die dag werden op het stadsplein blauw-witte kokarden uitgedeeld. De kleuren werden ontleend aan de uniformen van de eerste Argentijnse soldaten.
Het was de opstandelingen-generaal Manuel Belgrano die op 12 februari 1812 aan de oevers van de Paraná-rivier de vlag ontwierp. In de stad Rosario werd ze voor het eerst gehesen. Het is niet duidelijk of Belgrano de Spaanse vlag als voorbeeld gebruikte door de geel-rode banen te vervangen door twee blauwe en één witte. De onafhankelijkheid van Argentinië werd op 9 juli 1816 uitgeroepen. In Argentinië worden twee verschillende vlaggen gebruikt. Het model met de vrijheidszon erop mag alleen door de overheid worden gebruikt. Het volk moet het doen met de effen blauw-witte banen. Het verhaal gaat dat het op 25 mei 1810 bewolkt was, maar dat de zon doorbrak toen het volk zich op het stadsplein had verzameld. De weersverbetering werd gezien als een hoopvol teken en kreeg op 25 juli 1816 een ereplaats op het midden van de vlag. De stralen van de meizon zijn beurtelings strak en golvend. Lange tijd bestond onduidelijkheid over de juiste tint van de blauwe banen. Op 25 april 1944 werd besloten dat die lichtblauw zijn.
Argentinië maakt aanspraak op de Malvinas, de Britse Falkland-eilanden. Op deze eilanden wapperde in 1982 enkele weken de Argentijnse vlag.